Nederland is Morti’s nieuwe vaderland

Vlak voor kerst was de landelijke naturalisatiedag, een feestdag voor nieuwe Nederlanders. In Hoogerheide woont zo’n nieuwe Nederlander. Morteza Dinpazjouh houdt van Holland, van Hoogerheide, van de Hollandse nuchterheid en van Hollandse Nieuwe. Zijn land van herkomst, Iran, wil hij zo snel mogelijk vergeten.

“Naar Iran ga ik nooit meer terug. Dat is mijn vaderland niet meer. Nederland is nu mijn land. Hier wil ik leven, hier wil ik alles leren over de taal en de cultuur, die zal ik respecteren en tot mijn cultuur zal maken”. Uit zijn woorden klinkt de gedrevenheid van Morteza Dinpazjouh, Morti voor vrienden. Zijn dochter van 17 woont nog in Iran, net als zijn moeder, die hij ontzettend mist. Maar teruggaan doet hij voor geen goud. “Waarom zou ik dat risico nemen? Ik heb vijf jaar gevochten om hier te komen. Ik bid voor de mensen daar. Voor mijn dochter en voor mijn moeder. Zij is al oud, maar ze houdt van mij. Ik bid dat ik haar ooit terugzie, en ik bid dat ik mijn dochter terugzie. Als God het wil gebeurt dat ook, maar als het niet gebeurt ben ik ook tevreden. Ik ben hier vrij, en dat kon ik in Iran niet zijn.”

Toen Morteza 42 jaar geleden werd geboren in Iran was hij moslim. Iran was toen nog een koninkrijk, maar tijdens de Iraanse revolutie van 1979 werd de sjah – Iraans voor “koning” – afgezet, en kwam de macht in handen van ayatollah Khomeini, die een islamtische wetgeving opstelde, waarmee Iran een religieuze dictatuur werd. De opgroeiende Morteza voelde zich er steeds minder thuis. De vele verplichtingen vielen hem net zo zwaar als de leer dat een “zonde” nooit wordt vergeven. “Ik wilde niet vijf keer per dag bidden, ik wilde niet vasten, ik vind dat geloof in je hart zit en ik geloof dat God je fouten vergeeft. Ik ben van jongs af aan nieuwsgierig geweest naar het christelijke geloof, maar in Iran is er nauwelijks aan informatie te komen. Overal is geheime politie, en het internet wordt streng gecontroleerd en gecensureerd.”

Langzaam maar zeker bevredigde Morteza zijn behoefte naar informatie over het christendom. Hij las in het geniep over een geloof waarin vergeving centraal staat. Twaalf jaar geleden nam Morteza een belangrijke stap: hij volgde zijn hart en bekeerde zich tot het christendom, een geloof waarin hij eindelijk zichzelf kon zijn en kon leven naar waarden die voor hem belangrijk zijn. Die stap betekende geen verlossing, het betekende een definitieve streep door zijn leven in Iran. Zijn hele familie keerde zich tegen hem. “Ik werd door iedereen gepest, behalve door mijn moeder”, zegt hij. Zijn huwelijk strandde, zijn dochter mocht hij niet meer zien, zijn baan, huis en auto raakte hij kwijt. Morteza had niets meer. “Ik werd bovendien door de politie “vogelvrij” verklaard. Als ze me zouden zien zou ik gepakt worden en wat er dan gebeurt weet niemand. Misschien zou ik levenslang zijn vastgezet, maar waarschijnlijk zou ik gewoon worden opgehangen. Toen wist ik dat ik weg moest.”

En Morteza gíng weg. Hij nam een medewerker van een reisbureau in vertrouwen, die hem adviseerde naar Cuba te gaan, één van de landen waarvoor een Iraniër relatief eenvoudig een visum kon krijgen. Na omzwervingen door Turkije en Rusland kwam Morteza illegaal Nederland binnen, het was toen september 2010.  “Ik heb mijn lot in handen van Jezus gelegd. Ik heb de dood verschillende keren in de ogen gezien, maar Jezus heeft me er doorheen geholpen. Morteza wilde volgens de regels leven en vroeg meteen asiel aan. Het duurde echter tot 2013 voor hij zijn verblijfsvergunning kreeg, en pas een jaar later kreeg hij een woning toegewezen in de gemeente Woensdrecht. “Ik heb in zeven AZC’s gewoond, heb moeten vechten tot aan de Raad van State voor mijn verblijfsvergunning. Ik kwam hier met niks, alleen een shirt en een spijkerbroek. In het AZC in Ter Apel had ik het vreselijk koud, maar ik had geen jas. Die kreeg ik toen, uit een lokale kringloopwinkel. Toen wist ik dat ik hier thuis was en dat ik moest vechten voor dit land.”

Zodra hij kon vroeg Morteza de Nederlandse nationaliteit aan. Daarvoor moest hij de taal leren, een enorme uitdaging die hij vastberaden te lijf ging, onder andere door keihard te werken als vrijwilliger in de kringloopwinkel van Herwonnen Levenskracht in Woensdrecht. De vereiste vijf jaar woonde hij toen al in Nederland en voor de inburgeringscursus slaagde hij met vlag en wimpel. “Ik eet zelfs Hollandse Nieuwe”, grijnst hij, “en ik vind pindakaas net zo lekker als stroopwafels. Nogmaals: Nederland is mijn nieuwe vaderland, ik voel me 100% Nederlander.” Toen hij op 7 november de verlossende brief kreeg waarin stond dat hij een Nederlands paspoort kreeg, wist Morteza zich haast geen raad mijn zijn emoties. Op 7 december was hij te gast bij de gemeente, waar burgemeester Adriaansen hem officieel zijn nieuwe nationaliteit “uitreikte”. Dat gebeurde niet zoals gebruikelijk in het kantoor van de burgemeester, maar in de veel grotere Raadzaal. Morti legt uit waarom: “In de brief vroeg de gemeente of mijn partner of kind bij de ceremonie zouden zijn, maar dat kon niet. Ik vroeg toen of ik een aantal kennissen mocht uitnodigen. Ik wilde heel graag dat mensen van de kringloopwinkel, BWI, UVW, de IND en de dominee van de Protestantse Gemeente in Ossendrecht aanwezig zouden zijn.” De gemeente toonde zich welwillend, en Morti’s Hollandse vrienden stroomden massaal toe. Het werd een emotionele middag voor de nieuwe Hollander, die zich tussen al zijn gasten ineens realiseerde dat hij niet meer alleen is. Het lied van zijn kerkgenoten, maar ook de woorden van de burgemeester nog lang zal herinneren. “Hij keek me aan en zei: “Morti, eindelijk!” En zo voelde ik het ook”, zegt Morti.

Via de BWI vond Morti inmiddels een fulltime baan als installateur bij een bedrijf in Bergen op Zoom. Elke dag fietst hij met goede zin naar zijn werk, en die goede zin laat hij nergens door verpesten. “Vorige week is mijn fietstas gestolen”, zegt hij, “maar ik ben niet boos. Iemand anders had ‘m blijkbaar nodig, dus ik ben dankbaar dat ik iemand blij kon maken. Het voelt alsof ik zo iets teruggeef voor alles wat mij de afgelopen jaren is geschonken.” Wat Morti betreft wordt 2017 een fantastisch jaar, dat in het teken staat van “vrijheid”, iets dat zijn nieuwe paspoort voor hem vertegenwoordigt. “Iedereen is hier gelijk, dat is zo mooi”, zegt Morti, “als moslim was ik eigenwijs, was mijn mening de waarheid. Ik leerde  in Nederland en door het christelijke geloof dat iedereen mens is, ongeacht zijn geloof. Dat is vrijheid. Ik heb een zware achtergrond, en ik heb elke nacht zware dromen, maar ik ben wel gelukkig. Ik ben een gelukkige Nederlander.”

 

Het verhaal over Morteza Dinpazjouh verscheen in 2017 in de Zuidwestkrant

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *