DroomLada

Vazzinnig.
Zo spreekt iemand die dronken is van geluk waarschijnlijk het woord “waanzinnig” uit. En het is natuurlijk een mooie verwijzing naar AvtoVAZ. Dat staat op zijn beurt weer voor Avtomobilny Volzhsky Avtomobilny Zavod, maar da’s veel te ingewikkeld. Het bevat bovendien nogal een pleonasme, vertaald betekent het namelijk “Automobiel Wolga Automobiel Fabriek”. Precies, en blijkbaar vonden ze het daar in het Russische Togliatti zelf ook nogal moeilijk, want de fabriek werd bekend onder de handelsnaam Lada. In het Russisch betekent Lada “schip”, wat terug te zien is in het logo van het merk. De stad Togliatti is een verhaal op zich. Die werd gesticht in de 18e eeuw en werd vernoemd naar de nabijgelegen burcht Stavropol. De stad werd bekend als Stavropol-aan-de-Wolga, want elders in Rusland is nog een stad die naar de naam Stavropol luistert. In de jaren ’50 van de vorige eeuw werd er een stuwdam in de Wolga gelegd . Het stuwmeer dat daardoor ontstond dreigde Stavropol-aan-de-Wolga om te toveren tot Stavropol-in-de-Wolga, dus de stad werd op een andere plek volledig herbouwd. In 1964 werd Stavropol-aan-de-Wolga vernoemd naar de Italiaanse communist Palmiro Togliatti. De AvtoVAZ-fabriek werd in er gebouwd als een samenwerkingsproject tussen Italië – Fiat – en Rusland. Het stadsdeel rondom de fabriek, Novy Gorod, werd uit de grond gestampt om de werknemers van de fabriek te kunnen huisvesten. De afkomst van Lada is dus al doorspekt met verhalen, maar ja. Wie wordt er nou dronken van geluk van de auto’s uit Togliatti? Nou, Marten en Gonny Post bijvoorbeeld.

In de jaren ’80 kochten zij hun eerste Lada. Vanuit economisch oogpunt, zoals zo veel Nederlanders in die tijd. Gierend van het lachen halen ze herinneringen op aan die tijd. Over hun dochter, die in haar tienerjaren liefst niet voor de schoolpoort afgezet wilde worden uit angst in een Lada te worden gezien, en over hoe Marten zich niet aan die eis wenste te conformeren en dus juist voor de poort stopte. “Destijds kochten we een Lada omdat het een goedkope, degelijke auto was”, vertellen ze. Wat begon als een nuchtere, geldbesparende redenering werd al snel veel meer dan dat. Want 25 jaar later rijden Marten en Gonny nog altijd Lada. Niet meer omdat het moet, maar omdat het kan. Ze hebben er ontzettend veel plezier in, dat is wel duidelijk. “Als je een Lada rijdt, rijd je iets onderscheidends”, zegt Gonny, “wij Lada-rijders groeten elkaar onderweg. Achter het stuur van een Lada bekruipt je onmiddellijk een soort wij-gevoel. Daar komt nog bij dat Lada’s gewoon hele goede auto’s zijn. Ze hebben ons nooit laten staan!” Marten en Gonny versleten sinds 1983 een stuk of negen Lada’s uit de 1200- en de 2100-serie. Op dit moment bezitten ze er twee: één voor de dagelijkse kilometers, en een andere puur voor de lol!

Hun dagelijkse werkpaard is een Lada 2107 uit 1985. Een aantal jaren terug kocht Marten nóg een Lada, voor erbij. Een 2105, om precies te zijn. Kenners weten dat de 2105 het “basismodel” in de 2100-serie is. De 2107 is de luxere uitvoering terwijl de 2104 de Estate-versie is. De 2105 die Marten opspoorde is echter alles behalve een instapmodelletje. Maar liefst vierentwintig jaar van zijn bestaan sleet deze 2105, van bouwjaar 1981, in een showroom als “showobject”. De reden daarvoor is duidelijk: deze 2105 is flink verbouwd volgens de geldende mode in de jaren ’80. Zo kreeg de 2105 een nieuw front met dubbele koplampen, nieuwe bumpers, sideskirts, een spoiler op de kofferklep, een opvallende striping en – helemaal hip in de eighties – 14 inch-honingraatvelgen. Daar bleef de veranderdrang trouwens niet bij steken. Het interieur van de 2105 werd ook grondig aangepakt. De voor die tijd hypermoderne radio-cassettespeler wordt aangevuld met een aangepaste middenconsole, een sportievere versnellingspook en een nieuw metercluster. Daar is duidelijk te zien dat de “tuner” – net als Lada zelf destijds – leentjebuur heeft gespeeld bij de Fiat-groep. Water-, benzine- en oliedrukmeter zijn van het Italiaanse Veglia, de klok komt uit een Alfa Romeo, maar op de snelheidsmeter en toerenteller prijkt prominent “Fiat”. Op het motorblok zou hetzelfde moeten staan. Onder de kap ligt namelijk een 1.6-literblok met dubbele bovenliggende nokkenas van Italiaanse makelij. Het blok is afkomstig uit een Fiat 131 SuperMirafiori en stuurt 95 pk naar de achterwielen van de Lada. “Hij schakelt wat stugger en is flink wat feller dan een standaard 2105”, zegt Marten. Vindt hij als groot Ladaliefhebber deze vorm van tuning geen heiligschennis? “Helemaal niet. Deze Lada was sowieso gebaseerd op een Fiat-onderstel, dus zo’n heiligschennis is het niet. Trouwens, zo heilig is Lada sowieso niet!”

In Nederland is de Lada een uitstervende soort. Het merk kampt nadrukkelijk met een imagoprobleem. Latere modellen zoals de Samara, de 2110, de Kalina en de Priora hadden te maken met zwaar kelderende verkoopcijfers. De lakkwaliteit, de gebruikte materialen, de afwerking, de prestaties, de uitstoot, het verbruik en het design bleven steeds nadrukkelijker achter bij Lada’s westerse concurrenten. De lage prijs maakte dat niet meer goed, steeds minder kopers lieten zich over de streep trekken. De verhalen die de ronde deden – en voor een deel nog steeds doen – over Lada zijn vaak wat gechargeerd. Tuurlijk, wie aan eerder genoemde zaken hecht, kan talloze mooiere of betere auto’s kopen voor zijn geld. Maar in de basis zijn Lada’s oerbetrouwbaar, en als er al eens een probleem is, is dat door de simpele techniek vaak eenvoudig en dus goedkoop te herstellen. Lada wordt niet voor niets soms “de Russische Mercedes” genoemd. Marten brengt een slogan in herinnering die Lada in Rusland ooit gebruikte. Vertaald komt die neer op “Zoals uw leven is, zo is uw auto”. Denk er maar eens over na. Onverwoestbaar en met een sterk karakter. Wie wil dat nou niet zijn? Dat zou toch vazzinnig zijn?

Het verhaal over de familie Post en hun Lada’s verscheen in 2012 in Youngtimer Magazine. 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *